De voorlopers
Voor dat op 1 juni 1959 de voetbalvereniging Beesd werd opgericht, waren in Beesd al drie voetbalverenigingen actief geweest. Voor de oorlog telde Beesd zelfs twee voetbalverenigingen. "De Egelantier" was er voor de katholieke bevolking, terwijl "Blauw Wit" er voor de protestante samenleving was. Beide verenigingen waren een kort leven beschoren en nog voor de Tweede Wereldoorlog begon, hadden de clubs hun laatste levensadem al uitgeblazen. Tijdens de oorlog werd er in Beesd niet gevoetbald, maar twee jaar nadat de oorlog was afgelopen werd de Beesdse sportvereniging BSV opgericht. BSV bestond uit twee elftallen en speelde aan de Homburg op de plaats waar nu de discotheek "de Rodenburg" staat. BSV groeide nooit uit tot een bloeiende vereniging en ging uiteindelijk ten onder aan een te klein ledenaantal. Opnieuw verloor Beesd zijn voetbal vereniging, maar het bleek opnieuw voor korte duur.
Een droomstart
Na verschillende pogingen werd in Beesd op 1 juni 1959 een voetbalvereniging opgericht die een voorname plaats in de plaatselijke samenleving weet te verwerven. Het eerste veld werd klaargemaakt op de "Blauwe Huis", langs de Veerweg net voor de brug over de Linge waar nu een boomgaard is.De voetbalvereniging kende een droomstart met twee kampioenschappen in twee jaar tijd. De kampioenschappen waren de pijlers waarop de vereniging met succes verder kon bouwen.
Het duurde niet lang of de Voetbal Verenging Beesd was een club met een geduchte reputatie.
Op 1 juni 1959 vond in het Salvatorium de oprichtingsvergadering van de Voetbal Verenging Beesd plaats. Tijdens de oprichtingsvergadering meldden 40 leden zich aan. Het bestuur bestond toen uit: voorzitter dhr. Noordermeer, dhr. Schroot, dhr. in den Eng, dhr. Bluwkowski, dhr. Buunders en dhr. Piek. Voorzitter Noordermeer was de politieagent in Beesd en door zijn strenge voorkomen had de jeugd diep respect voor hem. Op de zaterdag na de vergadering speelde het elftal een oefenwedstrijd tegen de Jonge Boeren en Tuinders Bond, "JBTB".
Het eerste probleem waar het bestuur tegenaan liep, was het vinden van een geschikt speelveld. Na veel gesprekken met de gemeente Beesd kreeg de voetbalvereniging uiteindelijk een veld toegewezen langs de Veerweg aan de Linge. Het jaarverslag in 1959 meldde: "Na heel veel gepraat en schrijven kwam de vereniging in het bezit van een stuk grond dat meer op een woestijn dan op een sportveld geleek",
Het bestuur riep de leden op om de handen uit de mouwen te steken en het veld op te knappen. Het veld werd met man en macht geëgaliseerd en ingezaaid en de doelpalen werden overgenomen van de opgeheven Beesdse Sport Vereniging, "BSV". De KNVB keurde het veld uiteindelijk goed voor competitiewedstrijden.
In de schuur bij het Hoog Huis van Willem Klerk werd door een aantal vrijwilligers druk getimmerd aan twee kleedlokalen en een ruimte voor de scheidsrechters. Ook werd een kleine uitstalling voor de verkoop van snoep na afloop van trainingen en wedstrijden niet vergeten. In de eerste jaren moesten de bezwete spelers na afloop van trainingen en wedstrijden zich behelpen met een emmer water uit de Linge. 's-Winters werd in het Salvatorium getraind. In het eerste jaar mocht de voetbalvereniging nog met dispensatie aan de competitie deelnemen.
De clubkleuren waren witte shirts, witte broeken en witte sokken. Het bestuur koos voor deze outfit, omdat Real Madrid op dat moment met vijf Europacups op rij grote successen boekte. Tijdens de eerste jaarvergadering op 20 juli 1959 werd er een elftalcommissie benoemd. Bestuurslid G. Piek hoopte dat met de komst van de elftalcommissie de opstellingen voortaan niet meer op straat werden gemaakt, wat bij BSV nog wel gebeurde. De elftalcommissie heeft geen recht om te bestraffen of te schorsen. Deze taken bleven bij het bestuur.
De ledenvergaderingen vonden in de eerste jaren afwisselend plaats in cafe "de Notenboom, de K.K en het veerhuis van "Knutje" Havekes aan de havendijk.